Harp
Het spelen op een authentieke Erard harp was voor mij iets nieuws. Ik werd gevraagd om een project mee te spelen met het Orchestre Révolutionaire et Romantique onder leiding van John Elliot Gardiner. Ik was benieuwd naar de ervaring van het spelen op een Erard harp en überhaupt naar de klanken van een heel orkest op authentieke instrumenten, dus ik was enthousiast.
Het project duurde drie weken en ik was al na de eerste dag verliefd op mijn geleende Erard harp. Op het programma stond de opera ‘Pelleas et Mélisande’ van Debussy met daarnaast kamermuziek werken van Debussy en Ravel met grote harppartijen. Wat klonk dat mooi op deze harp! De grote verschillen tussen de moderne harp en een harp uit – in dit geval- 1920, zijn de afstand tussen de snaren, de grootte, het hout dat gebruikt wordt en de snaarspanning. Het instrument is lichter bespannen en er is dus automatisch minder weerstand bij het spelen. Door het andere hout wat gebruikt werd en de dunnere klankbodem is er meer resonantie en hoor je meer boventonen. Vooral in de kamermuziek stukken, die ik al zo vaak gespeeld had, ging er een wereld voor me open. ‘O, dáárom heeft Ravel het zo geschreven!’ Passages die ogenschijnlijk ingewikkeld waren op een moderne harp, of allicht ‘pittig’ waren nu veel natuurlijker en begrijpelijker. Verbanden werden me duidelijker, kleurnuances kwamen anders uit en de aanwijzingen van componisten kwamen ook in een ander licht te staan. Kortom; een redelijke openbaring.
Na afloop van het project werd ik gevraagd voor de andere projecten van het orkest in de toekomst waar ik graag ‘ja’ op antwoordde. Natuurlijk kwam onmiddellijk de wens omhoog zelf een Erard harp te mogen bezitten. Na een paar weken erop te hebben gespeeld merkte ik toch dat het nuanceverschil in harpen beoefening vergt en dat het regelmatig studeren erop, en daardoor de andere klankkleuren te ontdekken, van grote meerwaarde is.
Parijs is dé stad als het gaat om Erard harpen. Ik ben in de drie weken in Parijs, waar mijn eerste project met de Erard plaatsvond, verschillende harpen tegengekomen in de etalage, wat ik erg grappig vond. Ik zie zelden harpen in etalages staan. Natuurlijk is Parijs de stad waar de harpen vandaan kwamen en waar de traditie van het spelen op de instrumenten hoog in het vaandel staat. Ook ontmoette ik een harpiste die een prachtige harp te koop had staan. Die bleef bij mij in het achterhoofd zitten en in de weken erna begon ik aan mijn zoektocht naar financiële ondersteuning voor de aanschaf van het instrument en kwam al snel bij ‘Stichting Eigen Muziekinstrument’ terecht. In december 2010 was ik weer gaan kijken naar de harp, die ondertussen verhuisd was naar het walhalla van de Erard harpen: ‘Magasin de la Harpe ‘ Daar stond de harp tussen een aantal andere prachtige exemplaren. De eigenaar liet me aan het eind van de dag ook nog een prachtig instrument zien, waar ik enthousiast op begon te spelen. ‘Beng, meteen verliefd’. Maar helaas, deze was niet te koop. Niet te koop! Ik wenste de eigenaar een aantal niet aardige dingen toe en vroeg hem waarom hij hem dan aan me liet zien! ( We zijn nog steeds vrienden) Dit was och echt de mooiste harp die ik ooit gehoord had. Hij beaamde dat. Zucht…. Uiteindelijk kwam ik een week later terug om weer de selectie door te nemen en daar was het onwaarschijnlijk nieuws; DE harp was nu wél te koop! Hij had met de eigenaar gesproken en deze had besloten hem toch te verkopen. Feest alom natuurlijk!
Dat was het verhaal van de aanschaf en nu staat hij achter me en zit er net een project op met het Orchestre Révolutionare et Romantique in Parijs waar we ons debuut samen hadden. Het ging goed en ik heb genoten!!!
Met ontzettend veel dank aan Stichting Eigen Muziekinstrument, ik ben ontzettend gelukkig met de harp en zie uit naar veel mooie projecten in de toekomst met het O.R.R maar ook zeker in veel kamermuziekverband in Nederland en daarbuiten.
Gwyneth Wentink